C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, [2009], 33 Zeer verdorven mensen zoals de heks van Endor werden ertoe in staat geacht een geest uit die wereld op te roepen. Maar van die geest kwam je niets over Sjeool te weten; hij werd alleen opgeroepen om dingen over je eigen wereld te vertellen. Met een ongezonde belangstelling voor Sjeool kon je ook in een van de naburige vormen van heidendom verzeild raken en 'dodenoffers eten'. (Ps. 106:28)
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook hebben zij zich gekoppeld aan [42]Baal-peor, en zij hebben [43]de offeranden der doden gegeten. 42. Aldus heeft de afgod der Moabieten; Num.25:3,5. Zie de aantekening bij Richt.2:11. 43. Dat is, de offerranden, die den doden geofferd waren, te weten, den afgoden, Num.25:2, hetwelk niet den dode dingen zijn, gene beweging of gevoel hebbende, hfdst.115 vs.5, enz,; 1 Kor.12:2; daarentegen wordt de ware God genoemd de levende God; Jer.10:5,10, en 1 Thess.1:9.